Af en toe heb je van die plekken waar je meteen anders ademt. Waar de wind niet alleen door je haar, maar ook door je hoofd waait. De Deense Waddeneilanden zijn voor mij zulke plekken. Dichtbij, en toch voelt het alsof je in een heel andere wereld stapt. Zodra ik er ben, glijdt de drukte van alledag van me af. Het is de vrijheid, het eindeloze uitzicht, de zilte lucht. Van alle eilanden heeft Fanø mijn hart gestolen. Misschien omdat het er iets rustiger is, minder toeristisch. Misschien ook omdat de historie er nog zo tastbaar is, in de huizen, de straatjes, en de verhalen die de zee lijkt te fluisteren.
Met een gehuurde fiets het eiland verkennen, de wind door je haren, het zilte water in de verte. Op Rømø kan het allemaal. Of je nu vliegers wilt spotten, strandzeilen of kitesurfen. Het eiland nodigt uit om te bewegen en te genieten van ruimte en vrijheid.
Wil je er een dagje tussenuit, dan is Rømø binnen drie kwartier bereikbaar. Fanø vraagt iets meer reistijd, maar inclusief de overtocht sta je er binnen twee uur. En geloof me, die tocht is het meer dan waard.
Samen met Tamara, Travelenmore bezocht ik beide eilanden. Rømø was als eerste aan de beurt. We besloten fietsen te huren bij Cykeludlejning Rømø en het eiland op eigen tempo te verkennen. De route voerde ons langs uitgestrekte heidelandschappen, duinen en kleine paadjes waar de stilte nog te horen is. We stapten even af om het hoogste punt van Rømø te bezoeken: Spidsbjerg. Vanaf daar keken we uit over het eiland en de zee. Een weids uitzicht dat meteen rust brengt. Rømø is grotendeels vlak, dus het fietsen gaat moeiteloos, ook voor wie het graag ontspannen houdt.
Op het brede Sønderstrand genoten we van het strandzeilen, waar surfplanken op wielen over het zand razen. Later bezochten we Lakolk Strand, het bekendste strand van Rømø, waar je met de auto het strand op mag rijden. Zeker op zomerse dagen is het er levendig: auto’s komen en gaan, gezinnen bouwen tentjes op, zetten barbecues klaar en blijven de hele dag aan zee.
Wij kozen ervoor om te eten bij Café Fru Dax op de boulevard, maar verspreid over het eiland vind je meerdere gezellige eet- en drinkplekken. Van eenvoudige strandcafés tot sfeervolle restaurants.
Wat je verder kunt doen op Rømø?
Naast de jaarlijkse evenementen zoals het Motorfestival en het Vliegerfestival is er genoeg om dagelijks te ontdekken. Je kunt ponyrijden bij de Ponyfarm, het natuurcentrum Tønnisgård bezoeken, of de bunkers uit de Tweede Wereldoorlog bij Tvismark bekijken. Ook de oude Commandeursboerderij uit 1746 is een bezoek waard. Een prachtig museum uit de tijd van de walvisvaart, toen het eiland welvarend was en de zee het leven bepaalde.
En dan Fanø.
Om daar te komen, rijd je eerst naar Esbjerg en neem je de ferry, een overtocht van slechts twaalf minuten. Reserveren is niet nodig; je kunt gewoon opstappen. Fanø voelt knusser aan dan Rømø. Ik las ooit dat verdwalen hier niet erg is, en dat klopt. Zodra je voet aan wal zet, lijkt de tijd langzamer te gaan.
De smalle straatjes met hun rieten huisjes nodigen uit tot dwalen. Je slentert van een klein museum naar een café, van een boetiekje naar de oude molen, en eindigt misschien aan het strand. Waar met wat geluk zeehonden liggen te zonnen.
Let onderweg eens op de hondjes achter de ramen van de huizen. Ooit stonden ze symbool voor de vissersvrouwen die wachtten op hun mannen. Als de mannen op zee waren, keken de hondjes met hun ruggen naar elkaar toe. Als de mannen thuiskwamen, stonden ze gezicht aan gezicht. De betekenis laat ik aan jouw verbeelding over.
Wie langer wil blijven, vindt op beide eilanden volop charmante accommodaties. Tamara van www.travelenmore.nl helpt graag met het vinden van een plek die past bij jouw wensen.
Of je nu kiest voor het ruime Rømø of het knusse Fanø, beide eilanden laten je de Deense kust ervaren zoals die bedoeld is: rustig, puur en vol kleine momenten van hygge.